Het Oostblok stond op omvallen, internet bestond nog niet, het CDA regeerde nog nauwelijks betwist ons land, het satellietnetwerk Sky van Rupert Murdoch werd voor 25 mio pond gelanceerd, de Chinezen sloegen protesten neer op het Tiananmenplein, de mobiele telefoon bestond nog niet. En het Journaal kreeg concurrentie van ons, het RTL Veronique Nieuws.
Mijn taak was om in Den Haag het politieke nieuws te verslaan. En het NOS-journaal een draai om de oren te geven. Zij waren met tientallen, wij met drie man. Zij hadden een hypermoderne studio op het Plein, wij bivakkeerden in een huiskamer aan de andere kant van Den Haag. Laan van Meerdervoort. Wat een ellende.
Veel voor weinig
Omdat de Luxemburgse bazen verklaarden: ‘Gentlemen, zie envelope iz empty’, waren de werkomstandigheden bijna middeleeuws. Van de Haagse redactie werd verwacht met primeurs te komen, het belangrijkste nieuws te verslaan en vooral de deadline te halen. Met die primeurs zat het, tot chagrijn van de publieke omroep-collega’s, wel goed. Met het verslaan van het belangrijkste nieuws ook wel, maar die deadline… Omdat er geen geld was, moesten onze bandjes (ja, ja, het digitale tijdperk was nog niet ingetreden kinderen) per koerier naar Hilversum worden vervoerd. In de spits. Nou hadden we al het probleem dat we tijdens debatten die nog gaande waren naar die huiskamer moest afreizen, waarvoor we al een half uur uit moesten trekken. Vervolgens moesten we monteren met editors die doorgaans het geluid kwijt waren en dan nog moest de koerier zich bijna doodrijden om het bandje op tijd in de uitzending te krijgen. Dat lukte niet altijd. En dan met name niet als het waaide, sneeuwde of regende. Want dan durfde het koeriersbedrijf (terecht) het niet aan om een motor te sturen. Dan stond er een auto met draaiende motor te wachten terwijl wij nog monteerden. En die auto moest dan door de file heen. Of er onderdoor, of er overheen. Wat dus allemaal niet lukte. Als dan tegen alle geldende journalistieke en natuurwetten het item de uitzending haalde, volgde later op de avond uit Hilversum het commentaar dat het NOS-onderwerp toch echt meer quotes bevatte.
Wie niet rijk is, moet slim zijn
Om van dat laatste af te zijn, bedachten we een list. Bij spannende debatten waarvan we echt niet konden voorspellen wat de politieke uitkomst zou zijn, vroegen we enkele hoofdrolspelers of ze op camera meerdere antwoorden konden geven: Voor het geval dat het debat ‘linksaf’ zou gaan, of ‘rechtsaf’ of nog wat varianten. Zodat we later het juiste antwoord konden monteren. Tot mijn verbijstering werkte menig kamerlid hier opgewekt aan mee. Ze werkten mee omdat we uiteindelijk geen onzin brachten. We waren geen PowNews, zal ik maar zeggen. We waren vaak beter dan anderen omdat we door het gebrek aan mensen, tijd en middelen scherpe keuzes leerden maken. Wat doen we wel, wat doen we niet? Hoe loopt dit af? We waren ook wat brutaler dan de NOS maar dat was niet zo moeilijk. We hielden wel van een beetje de boel opschudden. Zo was premier Lubbers het lekken naar de pers zat. Klinkt bekend? Het is ook van alle tijden. In, voor zijn doen, heldere taal dreigde Lubbers de rijksrecherche in te schakelen bij de eerstvolgende publicatie van een geheim stuk.
Aardige kerel die Frits
Ik kon in die dagen goed overweg met een aardige kerel die voorlichter was van de CDA-fractie. “He Frits, Harm hier. Heb je gehoord waar die Lubbers mee dreigt? Ja, lache he.. Heb jij toevallig niet nog een geheim kabinetsstuk liggen. Met vooral duidelijk erop "Topgeheim’? Mooi, ik kom zo langs”. De inhoud van het document was totaal irrelevant, maar het werd een mooie stand-upper met die enveloppe in de hand. De rijksrecherche hebben we nooit over de vloer gehad.’